Opa’s en oma’s zijn een vergeten doelgroep

Geplaatst op: woensdag 27 februari 2019 om 20:25.

Tot tien jaar geleden waren mijn ouders betrokken bij de voetbalclub uit mijn jeugd. Mijn vader was met zijn horeca-achtergrond een graag geziene hulp voor de bardienst en mijn moeder was er altijd, ondanks dat ze vaak tot diep in de nacht moest werken. Nu zijn ze nauwelijks meer op de club, alleen op zaterdagochtend als er een neefje speelt.

Ze worden niet meer gevraagd, zoals zoveel ouderen.

Ik was daarom blij met de scriptie van oud-KNVB-woordvoerder Rob de Leede, die hij eind januari publiceerde. De Leede probeert daarin de vraag te beantwoorden in hoeverre amateurvoetbalverenigingen in staat zijn om ouderen bij hun club te betrekken. Opa’s en oma’s zijn volgens hem een vergeten doelgroep. In zijn scriptie trekt hij een paar opmerkelijke conclusies:

  1. De populariteit van walking football. Bij ouderen is een sluimerende behoefte om te voetballen
  2. 75 procent van de ouderen die door een voetbalclub werd gevraagd om vrijwilligerswerk te doen, zei meteen ja
  3. Ouderen blijken een kei in het binnenhalen van vrijwilligers, maar worden voor wervingsactiviteiten vaak vergeten
  4. Opa’s en oma’s hebben meer tijd voor hun kleinkinderen. Ze maken zich bovendien niet druk om de prestaties. Als ze langs de lijn staan, gaat daar een kalmerend effect vanuit

Aan het eind van het onderzoek somt Rob de Leede een aantal aanbevelingen op waar ieder bestuur minstens een vergadering bij stil zou moeten staan. Zo onderstreept hij onder meer het nut van een commissie met ouderen, die zich met het wel en wee van senioren binnen de club gaat bezighouden. Ook breekt hij een lans voor meer aanbod van walking football en het uitnodigen van opa’s en oma’s bij jeugdwedstrijden.

Wat ik mis in de scriptie, is een verhaal zoals dat van de 85-jarige Gerard van Zadelhoff. Hij voetbalt bij SEV Leidschendam en vertelt op de KNVB-site waarom voetbal zoveel voor hem betekent: “Ik ben thuis mantelzorger voor mijn vrouw Elisabeth. Dat is zeven dagen in de week. Die paar uurtjes op de donderdagmiddag dat ik kan voetballen, dat is echt zo belangrijk voor me. Het houdt me geestelijk en lichamelijk op de rails.”

Tegelijk benadrukt de veteraan dat dit niet alleen voor hem het geval is. Gerard: “Het is fijn om de deur uit te gaan en contacten met anderen op te doen. Dat vinden wij in het voetbal, die kameraadschap. Eerst doen we een warming-up, dan spelen we een partijtje en vervolgens gaan we nog even wat drinken met elkaar. Dat is belangrijk, zeker voor de mannen die alleen zijn achtergebleven.”

Ondertussen zie ik dat voetbalverenigingen moeite hebben om senioren te betrekken. Daarom rolt de KNVB de komende jaren Walking Football groot uit en streven we naar 400 ouderenvriendelijke voetbalverenigingen in 2020. Clubs waar opa’s en oma’s graag in beweging komen, anderen kunnen ontmoeten, maar ook hun mannetje willen staan in de verschillende rollen van de verenigingsstructuur.

Zouden mijn ouders ook leuk vinden.

Mam, pap?

Column Jan Dirk van der Zee, Directeur Amateurvoetbal KNVB